Van Gwa naar Ngapali

3 DEC 2010

Wat een mooi tochtje langs de kust had moeten worden met rustieke vissersdorpjes, wat geiten en varkens langs de weg en vriendelijk zwaaiende kinderen, bleek wederom een hele zware dobber. Voor zover ik dat kon uitzoeken had ik maximaal een 180 km te gaan en dat was meer dan ik in eerste instantie had gepland. Maar het probleem was dat er onderweg geen geschikte (lees door de overheid toegestane) slaapgelegenheden zijn voor buitenlanders. Dus ik besloot vroeg op te staan en dan maar kijken waar het schip strand. Ik nam me voor dat ik altijd nog een bus of vrachtauto zou kunnen aanhouden.

Het was nog aardedonker toen ik op pad ging. Prachtig zo langzaam de zon boven de kim te zien komen. Maar wat me wel verontrustte was dat de weg slechter was dan ik had verwacht. Of misschien moet ik zeggen: dan ik had gehoopt. Het was niet meer dan een karrespoor, af en toe blonk nog een stukje oud asfalt tussen de brokstukken door, maar het was een drama. Tientallen kilometers alleen maar puin, scherpe stenen, stof en gruis. Gelukkig weinig hoogteverschil, dat was dan weer een voordeel. En een prachtig uitzicht, soms over de zee, soms over rivierdeltas of over de prachtige velden. De vriendelijkheid van de mensen onderweg maakte ook veel goed. Bezweet en onder het stof ging ik soms bij kleine winkeltjes langs de weg vragen om water. Vaak boden ze me thee aan zoveel ik wilde.

In deze delta komen diverse stromen en stroompjes uit in zee. Dat betekent ook veel bruggen. Deze meest houten bruggetjes zijn vaak kapot gereden door veel te grote en zwaar beladen trucks die met volle vaart eroverheen denderen. Er zijn altijd twee sporen van 4 planken naast elkaar, die in langsrichting over de brug liggen. En daar moet je in de meeste gevallen wel overheen fieten. Door slijtage liggen deze planken hier en daar los en zitten er soms kieren ongeveer ter grootte van je fietsband tussen de planken. Oppassen dus en meestal probeer ik ze een beetje diagonaal te nemen om niet tussen de kieren te komen. Een keer ging het mis omdat een van de planken twee centimeter hoger lag dan de rest en mijn wiel weigerde dit richeltje te nemen. Dus daar lag ik, koprol in het stof. Behalve een schaafwondje en een buts op mijn heup viel het allemaal best mee, de fiets was nog heel gelukkig. Dus nog beter oppassen verderop.

Doodmoe kwam ik na ruim 135 km in Thandwe (ook bekend als Sandoway) aan. Na de bekende paspoortcontrole moest ik nog door naar Ngapali, een badplaats vlak aan de kust. Het was ondertussen aardedonker, ik was zo'n 13 uur onderweg en moe maar moest nog een onderkomen zoeken. Gevraagd naar een hotelletje werd ik verwezen naar een hotel. Dat zou rond de 300 dollar per nacht kosten werd er lachend bijgezegd. Ik zou geen oog dicht doen en waarschijnlijk zou mijn fiets ook niet naar binnen mogen. Dus verder zoeken en na veel gezoek en 20 km fietsen vond ik aan het einde van een donkere landweg een prachtig goedkoop resort waar ik hartelijk werd ontvangen en voor 15$ een fris kamertje kreeg aangeboden en vanochtend een copieus ontbijtbuffet mocht genieten.

«- Terug    Verder