Na een lange fietsdag

14-11-2017
Achter me valt het water van de Kahchangwaterval met donderend geraas naar beneden maar het geluid wordt helaas nog overstemd door het denderend geluid van een Cambodjaanse ghettoblaster of autoradio. Cambodjanen zijn altijd erg vriendelijk en lijken  op het platteland soms wat bescheiden terughoudend maar op het gebied van lawaai maken kunnen ze er wat van. Zoals in hotelletjes waar ik af en toe verblijf, waar de televisie keihard aan staat terwijl er vaak geen  mens naar kijkt of luide discussies worden gevoerd. Het harde staccato van Khmer, de taal van Cambodja,  lijkt op slaande ruzie maar dat is voorzover ik kan zien maar schijn.
Het was het al donker toen ik een paar dagen geleden na een lange fietsdag Ban Lung binnen reed. 's Ochtends om 7 uur was ik met een fruitpannekoek en een grote 'icemilkcoffee' vanuit Stung Treng vertrokken voor de 150 kilometer  die ik te gaan had. De eerste uren gingen wel al was de gravel weg hier en daar wat nat door de vele regen van de afgelopen nacht.  Mijn fiets nam de kleuren van zijn omgeving aan, mijn benen ook. Na enkele uren raakte ik weer op de snelweg, dat fietst wel lichter maar is  veel minder mooi. Zoals ik al eerder schreef is er van het oorspronkelijke oerwoud weinig over gebleven.  Een saaie route is het gevolg. Hier en daar een dorpje, soms stap ik even af voor een ijskoffie of een colaatje als welkome aanvulling op de liters water die ik drink. Het loopt er aan alle kanten  in de vorm van zweet weer uit. Plassen is niet nodig. 
Aangekomen in Ban Lung zocht ik vlug een onderkomen voor de nacht. Het eerste wat me leuk leek bestond niet meer, het tweede ook niet. Toevallig stopte ik voor een restaurantje tevens Guesthouse en ik kreeg voor 5$ een eenvoudig kamertje met ventilator. Douche en toilet op de gang. Toen ik de deur probeerde dicht te doen viel hij spontaan om. Maar ik had geen zin om verder te zoeken dus ik nam hem. De vriendelijke bedrijfsleidster annex kamermeisje annex kok maakte lekker Indisch eten en met een paar blikjes Angkor bier was ik heel tevreden. 
Een dagje rust en wat lokale toeristische attracties bezoeken leek me een goed idee en om toch iets meer op stand te slapen fietste ik eerst naar een ander hotelletje. Een kamer zo groot als een balzaal met douche en toilet koste hier 10$ maar ik probeerde af te dingen naar 7. Ze nam me mee naar de volgende kamer en zei "Ok 5 dollar". Cambodjaanse zakelijkheid tegenover Hollandse zuinigheid? Ik nam de kamer die voorzover ik in niets verschilde van de andere, ik kon mijn fiets er ruimschoots in kwijt. 
Twee vrije dagen. En dus doe ik een toertje langs lokale watervallen.  Veel meer is er ook niet voor zover ik weet. Soms regent het even pijpenstelen en ben ik min of meer gedwongen om te schuilen onder een afdakje van palmbladeren. Dat geeft mooi de gelegenheid aan dit verhaaltje te werken. De stadjes hier in Cambodja blijven redelijk saai maar gisteravond was er kermis en een soort jaarmarkt. Beetje als Koningsdag bij ons. Veel rommel uit China en kraampjes waar je met een dartspijltje op ballonnen mikt om een prijsje te winnen. Alleen niemand wint, het is blijkbaar toch moeilijker dan gedacht.
Ik eet in een straattentje.  Die zie je hier veel. Op een tafel staan een stuk of tien pannen, je loopt er langs en kijkt onder de deksels wat je wilt eten. Ik wijs op een groente en neem er gedroogde of gerookte vis bij. Erg smakelijk.  Het meisje  an een jaar of twintig die het zaakje runt kan bijna niet meer staan van vermoeidheid.  Ze heeft wallen onder haar ogen. Ze staat hier misschien de hele dag al en de pannen zijn nog niet leeg.
En nu is het al weer dinsdagmorgen.  Net wakker, nog even dit verhaaltje aftikken en een ontbijtje zoeken. Daarna ga ik op weg naar de grens met Vietnam. Ik ben benieuwd wat daar te doen is.

« Terug