Alleen op pad

05-11-2017

Op dit moment maak ik een fietsreis door Cambodja en  Vietnam.  Na het leiden van een groepsreis kon ik er mooi nog wat weken aan vast plakken en zo ontsnap ik aan de koude november maand in Nederland.

De groep is naar huis. Twee en een halve week fietsen van Saigon naar Siem Reap en wel op een een heel andere wijze dan ik gewend ben. Maar het was een leuke enthousiaste groep, zeer divers maar toch prima samen. Dat maakt zo'n reis aangenaam. 
En nu weer alleen op pad, Dat is onmiddellijk een heel ander gevoel. Een avondje warterfestival in Seam Reap was leuk om mee te maken maar van het enorme toeristen geweld in Pubstreet word ik niet blij. Leuk om te zien hoe de Cambodjanen het water festival vieren. Een enorm vuurwerk en de brandweer die met grote stralen  water de housende pubers kletsnat spuit. 
Na mijn voorlopig laatste American breakfast steek ik van wal. Tijdens de rondreis zijn we verwend met 'icemilkcoffee' dus die houden we erin. Een oud baasje van ongeveer mijn leeftijd of iets jonger maakt een heerlijke koffie en geeft me er gelijk een tros bananen bij. Een halve dollar, ongeveer een derde van de toeristen prijzen tussen de tempels. En de bananen op de koop toe. Hij wenst me een goeie reis en zwaait me lang na.
Alleen op de fiets. Wind tegen en voortdurend toeristen auto's, tuktuks en brommertjes die me voorbij scheuren van tempel naar tempel. Ik heb genoeg tempels gezien en voorbij Banteay Srei is het rustig. Dat is het verste tempelcomplex van Angkor Wat. Eigenlijk wil ik naar Anlong Veng in het noorden maar als ik onderweg een guesthouse tegenkom zwicht ik voor de  verleiding en overnacht in het dorpje. De lokale kapper scheert mijn baard van drie weken voorzichtig weg en ik lijk weer tien jaar jonger. En ik krijg aandacht van de lokale politie, een vreemdeling in je dorp: wat is die van plan? Maar ze zijn erg vriendelijk en de grote 4WD rijdt stapvoets met me mee tot ik in het guesthouse ben.
Na een flink aantal uren te hebben geslapen wordt ik wakker van de regen die op het golfplaten dak timmert. Mijn plan om vroeg op te staan stel ik even uit maar uiteindelijk zit ik om half zeven aan de rijst met varkensvlees. Smaakt prima  en het is een goede bodem voor de eerste helft. Onderweg is het nat. Het regent en het is koud. Mijn poncho doet zijn werk maar nat word ik toch. Een eind op weg kom ik een  verzopen Belg tegen op een prachtige oude Snel fiets. Hij kwam van Bangkok en had al dagen lang in de regen gefietst.  Hij gaat de goede kant op, ik niet.
Vroeg in de middag bereik ik Anlong Veng.  Het laatste bolwerk van de Rode Khmer tot 1998. Dat het nog zo kort geleden is. Maar de wandaden van destijds probeert men nu om te toveren tot toeristische attractie.  Ik bezoek enkele plekken waar de allerergste leiders van destijds bivakkeerden. Het huis van Ta Mok waar je  aan het betalen van twee dollar entree niet veel anders vindt dan een leeg staketsel met wat plaatjes met teksten in het Khmer. En dat kan ik niet lezen. Een kleine toelichting in het Engels verteld nog dat 85% van de huidige bevolking aangesloten is geweest bij de Rode Khmer en dat 25% invalide is ten gevolge van de gruwelijkheden die destijds plaats vonden. En nog steeds schijnen er slachtoffers te vallen door niet opgeruimde mijnen. Ik durf niet van de weg af voor een plasje wanneer ik naar het graf van Pol Pot fiets. De plek waar hij werd verbrand tussen oude autobanden en afval wordt afgedekt door een roestig afdak van golfplaten. 
Er is weinig aan te zien. Geschiedenis maar wel een hele zwarte bladzij. 
Morgen ga ik verder maar dan in oostelijke richting en een beetje parallel met de noordelijke grens. 

« Terug