Vrouwenlawaai

22-10-2011

Kleine weggetjes, weg van de oorverdovende snelweg, slingerden door West Bengalen. Ik kwam door kleine dorpjes waar ik iedere keer nogal wat bekijks had. Twee keer kwam de politie er aan te pas om me de ruimte te bieden verder te kunnen, dwars door een enthousiaste menigte die mijn fiets willen bekijken. Mij ook wel, maar de meeste aandacht gaat naar de fiets. Aandachtig worden de tandwielen geteld, ik probeer de werking van de GPS uit te leggen maar mijn ting ting belletje trekt meer aandacht. Het zadel wordt betast. 

Duizend keer per dag krijg ik de vraag waar ik vandaan kom, waar ik naar toe ga, hoe ik heet en hoe oud ik ben. En of ik getrouwd ben en hoeveel kinderen ik heb. Wanneer ik vertel dat ik niet getrouwd ben kijken ze teleurgesteld, bijna met medelijden in de ogen maar dan zeg ik dat mijn fiets mijn vrouw is en dat ze er dus niet aan mogen zitten. Meestal spreekt er wel iemand voldoende Engels om dat te vertalen en lachend wordt mijn fiets met iets andere ogen bekeken.

Ik besloot de NH34 weer eens te verlaten om een klein landweggetje richting Nepalese grens te nemen. Het was een hobbelpad en na enige tijd twijfelde ik of ik er wel goed aan deed. Het werd al later en dit kon wel eens lang gaan duren. Er kwam een brommertje naast mij rijden en een vriendelijke jongen zei dat er verderop geen mogelijkheden voor overnachting waren. We gingen terug en ik werd uitgenodigd om in hun huis te slapen. Een prachtige plek aan een zwempoel dus vanmiddag een frisse duik kunnen nemen. En natuurlijk moet ik kennis maken met de hele familie. Broers en zusters, schoonfamilie, neven en nichten, buren en alles wat daarom heen hangt. Wel heel bijzonder zo'n kijkje in het dorp waar electrisch licht wordt afgewisseld door kaarsjes omdat de stroom meerdere keren uitvalt. Het leven is er simpel maar ook complex. Alle relaties waar ik niet alles van begrijp zijn belangrijk dus we brengen even een bezoekje aan een broer die advocaat is, komen onderweg nog een broer tegen met wat vrienden en gaan een hapje eten in een lokaal eethuisje. Het eethuisje is weer aan de beruchte National Highway 34 en de vrachtauto's scheuren langs, toeterend, remmend en optrekkend. Kwalijke dampen dringen het lokaaltje binnen. De eigenaresse van het eethuisje probeert met luide stem boven het verkeer uit te komen om haar dingen te kunnen regelen. "Wat een lawaai hier" zeg ik tegen de man die me had uitgenodigd. "Ja ze kan het ook niet helpen, het is een vrouw" antwoord hij zonder een spier te vertrekken. Ik moet een beetje grinniken om dit onverwachtte antwoord maar hij draait zich om en begint tegen de vrouw in het Bengaals te schreeuwen waarbij af en toe het woord 'toerist' en 'foreigner' valt. Ik heb de vrouw de rest van de avond niet meer gehoord.


Het leven begint hier vroeg. Om vijf uur de volgende ochtend ga ik mijn bed weer uit zodat ik tegen zessen hoop op pad te zijn naar Siliguri. Maar ik was nog niet weg. Eerst natuurlijk thee en er kwamen nog meer familieleden uit het dorp om me uit te zwaaien. Heel bijzonder allemaal.


« Terug