Glagah Beach

29-11-2012

Pangandaran is een badplaats zonder veel glorie. Het strand staat helemaal volgebouwd met goedkope tentjes en er is naast eten, drinken en rondhangen helemaal niets te beleven. Volgens een jongen die ik sprak is het er momenteel wel heel erg stil, ook in de weekends is er weinig te doen.


's Ochtends ben ik aardig vroeg op pad gegaan. Dan is de temperatuur nog aangenaam en een fris zeebriesje maakt het prettig fietsen. Op de kaart fiets ik vlak langs de zee maar ik zie de zee zelden. Tussen de weg en het strand liggen huisjes of bossages met lage duintjes. Het zwarte strand ligt buiten mijn zicht te blakeren. Want heet is het zand, je voetzolen voelen gloeiend wanneer je enige tijd op blote voeten in het zand loopt. 

Ik fiets naar Cilacap. Daarvoor moet ik eerst nog een stukje landinwaarts en gelukkig vind ik wat weggetjes die niet op mijn kaart staan en ook niet op de GPS. Maar ze zijn er wel en ze zijn prima te fietsen. Onderweg gaat het dorpse leven, het leven in de dessa, zijn gangetje. Het lijkt of hier nooit iets spectaculairs gebeurd. Ik krijg het gevoel dat wanneer ik voorbij kom fietsen, dit het hoogtepunt van de dag is. Iedereen roept en zwaait en ik probeer vriendelijk tegen iedereen te zijn maar dat is nog een hele klus. Het zijn er eenvoudig teveel.

Cilacap is een oud stadje met o.a. nog een goed bewaard gebleven oud Hollands fort. Dat wil ik natuurlijk wel eens zien, maar helaas wanneer ik er aan kom zijn de hekken gesloten en ik kan helemaal niks zien. En niemand weet wanneer het weer open gaat. Ik besluit nog een stukje rond te lopen maar al snel wordt het donker en de lucht betrekt. Niet veel later komt het hemelwater weer naar beneden plenzen maar op dat moment zit ik gelukkig net in een restaurantje aan de nasi goreng met een gebakken eitje. Het wordt vanzelf weer een keer droog.

Drinken onderweg, nooit genoeg

Van Cilacap naar Glagah gaat weer vlak langs de lage kust. In 2006 is hier nog een tsunami geweest met veel schade en honderden doden. In een dorpje was de stroom al eerder uitgevallen waardoor de waarschuwingsinstallatie niet werkte. Dit had veel extra doden tot gevolg. Ook in Glagah is buiten het weekend helemaal niets te beleven. Maar voor mij natuurlijk wel, ik heb het hele strand voor mezelf en ben lekker even de zee ingedoken. En ik was uitgenodigd bij de familie van het guesthouse waar ik logeer. Op de brommer van hot naar her gesleept, de hele familie gezien en veel, heel veel thee gedronken. Vanavond hebben we metelkaar gegeten in een eetstalletje langs de weg. Mijn bord lag vol lekkernijen maar toen ik mijn leesbril opzette, keek ik recht in de ogen van een kippekop. Zijn snavel stond open. Ik eet eigenlijk alles wel maar dit was toch een stapje te ver. Gelukkig mocht ik hem ruilen voor een pootje. Behalve de pootjes zoals wij die kennen, eten ze hier ook de voeten van de kip met de nagels er nog aan. Je kluift dan het beetje vlees tussen de tenen vandaan. Je moet er maar net van houden.

Morgen de laatste 50 kilometer naar Yogyakarta. Ik denk dat ik daarvandaan een stukje trein neem. Java is groter dan ik dacht en ik wil nog meer zien.


« Terug