Zwaar fietsen

03-02-2017
Het is een heel oud liedje: "Waarom zijn die bergen zo hoog?". Het spookt met regelmaat door mijn hoofd, ondertussen ook genietend van de prachtige vergezichten.  Maar ik kan ook het steile klimmen vervloeken. Het schiet zo niet echt op, niet dat dat hoeft overigens maar af en toe lonkt de zee en die is nog zeker 1000 kilometer fietsen.
 
Vanuit Tunja belandde ik in Paipa omdat ik Duitama, mijn eigenlijke volgende doel, al niet meer kon halen. Omhoog is het klauteren, lopend en de fiets duwend en naar beneden weer vol in de remmen en ondanks dat weer twee keer lek. Zo raak ik snel door mijn plakspullen heen. Paipa is een soort Spa oord maar ik merk er niet veel van. Ik ben laat, veel winkels en restaurants zijn al dicht. Ze sluiten vroeg hier maar gelukkig vind ik nog een welwillende pizzabakker die een overgebleven stuk pizza voor me opwarmt. 
 
De volgende dag alsnog naar Duitama. Uren doe ik over de schamele 15 kilometer. Dat moet dus echt anders. In Duitama is een fietsenmaker en daar koop ik twee extra binnenbanden en 48 plakkers. Na deze voorbereiding rijd ik vast niet meer lek. Door naar Belen, weer de bergen in en ik slaap een onrustige nacht in het eerste het beste hotelletje. Nou ja, beste? Een kamer met uitzicht op de benzinepomp waar de hele  nacht rumoerige vrachtwagens hun motor laten ronken en af en toe een autoalarm afgaat waar niemand op reageert.
 
Op de kaart zag ik dat ik weer moest gaan klimmen. De verwachte 1200 werden 1700 meter. Het was een gokje maar ik besloot binnendoor naar St Gil te gaan. St Gil is een bekend outdoor stadje en daar hebben ze vast lekkere ontbijtjes. De binnendoor weg is schitterend, het wegdek is in het begin niet slecht. Na een uur licht omhoog keek ik in een geweldig diep gat waarin zich mijn weggetje naar beneden slingerde. Uiteindelijk daalde ik de rest van de middag zo'n 1500 meter over een stenig pad, geen stukje rechtuit. Pijn in mijn handen van het knijpen in de remmen en al mijn behendigheid benuttend om de fiets een beetje op het pad te houden.  Maar wel met steeds een schitterend uitzicht voor zover ik daar oog voor kon hebben.
 
Nu zit ik in Onzaga in het enige restaurant van het dorp. "El Buen Sabor Onzugueño" (De goede smaak van Onzuga) heet het. Dat belooft wat. Ze hebben alleen kip met wat glazige gekookte aardappelen maar ik heb trek dus ik eet terwijl een viertal straathonden rondjes lopen om mijn tafeltje. Jammer jongens maar ik eet mijn bord helemaal leeg. Nog een paar banden plakken en daarna vroeg slapen.

« Terug