Richting Lesotho

13-12-2014

Het is zaterdagmorgen vijf uur. Ik word wakker van de opkomende zon, in de verte kraaien wat hanen en een enkele hond blaft zich schor. Ik sta ergens tussen de olijvenbomen op een heuvel, niet ver van de weg. Het is de tweede keer dat ik wild kampeer in Zuid Afrika, tot nu toe heb ik steeds campings kunnen vinden of bij mensen op het erf mijn tentje op kunnen zetten. Terwijl ik dit zit te typen hoor ik een kar mijn kant op komen. Ik dacht dat niemand me hier zou vinden maar zo werkt het niet in zwart Afrika, overal zijn mensen, altijd.
Ik ben langzamerhand de Karoo uitgefietst. Deels over gravelwegen, waar de rode klei, het zand en de steentjes het me moeilijk maakten. Door de vele regen is de bovenlaag verpapt en mijn wielen zakken er doorheen op zoek naarf houvast. De taaie klei plakt tussen mijn spatborden en de wielen lopen zwaar. Af en toe rijdt ik door een waterplas, dat geeft weer wat ruimte, dat smeert een beetje. Het ergste is wanneer het voorwiel plotseling wegzakt en de fiets abrupt stil staat. Dan moet ik ineens mijn voeten uit de clicks scheuren, anders lig je languit in de blups. Dat overkwam me een keer, maar gelukkig geen schade.
De route liep van Cradock via Starkestad, Sterkstroom en Jamestown naar Sterkspruit. In Cradock en Sterkstroom sliep ik wederom in prachtige B&B's. Die zijn bijna overal wel te vinden maar pittig duur en slurpen mijn hele dagbudget op. Maar met die regen en het onweer vind ik het toch wel een prettig idee om binnen te slapen. Gelukkig dat het de laatste twee dagen beter is.
In dit deel van de Oostkaap en op de grens met Free State (vroegere Oranje Vrijstaat) gaat het langzaam wat meer op Afrika lijken. De bevolking is overwegend zwart en net als in West Afrika wordt je toegeroepen en begroet. Het is hier een heel andere atmosfeer en je voelt minder sterk de grote scheiding tussen blank en zwart zoals dat tot nu toe het geval was. Want die scheiding die is er nog steeds, de verschillen in cultuur en welvaart zijn te groot om te kunnen overbruggen. Daarvoor moet nog heel wat gebeuren.
Gisteren in Sterkspruit heb ik nog wat inkopen gedaan zodat ik vandaag zonder problemen de laatste kilometers naar Lesotho kan overbruggen. Lesotho is een bergstaatje omringd door Zuid Afrika. Het is ooit door de Britten onafhankelijkheid gegeven. Vanuit de bergen opereerden veel veedieven die zich met het gestolen vee terugtrokken in de bergen, onvindbaar voor de Britten. Ze hebben er toen maar een ander land van gemaakt zodat ze de grenzen konden bewaken. Het land is een koninkrijk en politiek wel eens wat wild. De huidige koning heeft ooit nog als balling in Nederland verbleven maar zit nu weer op zijn troon. Een paar maanden geleden was er een staatsgreep maar als toerist had je daar verder geen last van.
Een groot verschil met West Afrika is dat de supermarkten hier goed gesorteerd zijn. Op veel plaatsen vind je mega grote supermarkten die in niets onderdoen voor die in Nederland. Je kunt er alles krijgen voor redelijk prijzen. Meestal koop ik niet zo veel. Een pak melk, soms yoghurt of karnemelk maar die moet gelijk op anders wordt het lauw. Broodjes, kaas en geen boter want dat smelt en loopt dan overal tussendoor. In plaats daarvan koop ik vaak een avocado, heerlijk op brood met kaas. En tomaten, die vind je hier ook overal. En vaak trakteer ik mezelf op een grote fles appelsap of druivensap, lekker voor onderweg in plaats van het vele water. Als noodvoorraad heb ik een halve kilo gedroogde vruchten en een zak pinda's bij me maar daar heb ik nog niet aan hoeven komen.
Ik ga mijn brander pakken en een kopje thee zetten. Met een broodje erbij is mijn dag weer begonnen. Daarna pak ik de tassen in en laad mijn fiets op. Een dagelijks terugkerend ritueel. Op naar Lesotho, nog een kilometer of zestig dus dat zal ergens rond de middag worden.


« Terug