Terug in de tijd

10-12-2014

Met mijn fiets en tassen achterin het bakkie reden we in een uur of twee van Port Elisabeth naar Somerset East. Somerset East is een klein stadje, niet ver van het veel bekendere Graaf Reinet. Niet ver betekent hier al gauw een kilometer of tachtig of honderd. De afstanden van stadjes onderling is hier gigantisch, naar onze maatstaven. Zuid Afrika kent enkele hele grote steden maar het platteland is nagenoeg onbewoond. Somerset East heeft een kleine twintigduizend inwoners, ver daaromheen is niets of het moeten al de verspreid liggende boerderijen zijn met daar vlakbij een paar kleine arbeidershuisjes voor het personeel.


Bernards ouders hebben 55 jaar een boerderij. De laatste jaren is het land verhuurd en wonen ze nog in het grote boerenhuis. We bezochten het ziekenhuis waar zijn vader is opgenomen omdat hij door een spin gebeten is. Het zag er slecht uit maar langzamerhand lijken de artsen het onder controle te krijgen. Het been is dik en rood en er zit een groot gat in. Nu lijkt dit heel gevaarlijk en dat is het ook, maar het is de eerste keer in al die 55 jaar dat zoiets is voorgevallen dus in die zin valt het gevaar weer mee. Maar toch, het is een vervelende zaak.


Nadat we ons in het uitstekende plaatselijke restaurant tegoed hadden gedaan aan een biertje en heerlijke stukken vlees reden we naar de boerderij hoog in de bergen. Op bijna 1100 meter hoogte kwamen we bij een heel groot huis van meer dan honderd jaar oud. Deze boerderijen zijn destijds opgezet door de Britten die ze gebruikten om het leger tijden de Boerwar (boere oorlog) te kunnen voorzien van eten. Het is een veebedrijf, het enorme terrein ziet er uit als een wild natuurreservaat maar er lopen koeien, schapen en geiten rond voor de slacht. Om de zoveel tijd worden dieren bijelkaar gehaald door jongens die de beesten weten te vinden en nadat ze bij elkaar gedreven zijn worden ze dan verkocht.


Binnen in het huis is het alsof je terug stapt in de tijd. Prachtige groten kamers, een keuken met een altijd brandend antraciet fornuis, geen electriciteit (alleen 's avonds gaat de generator even aan) en meubilair uit vervlogen tijden. De tuinstoelen op het terras zijn officiers stoelen uit de Boerwar. Het lijkt romantisch maar de praktijk is dat het huis veel te groot voor hen is en dat het niet verwarmd kan worden. In de winter wanneer het ook hier kan vriezen en sneeuwen is het dus geen pretje. Men woont dan in de keuken, rond het fornuis. Helaas is het huis straks waarschijnlijk heel moeilijk te verkopen omdat het te ongunstig gelegen is en geen faciliteiten heeft. Zoals veel andere prachtige boerenhuizen is de kans groot dat het leeg blijft staan en gaat vervallen. Na een aantal jaren zullen dan alleen de muren nog staan, zo ben ik er al diverse tegen gekomen. Erg jammer.


Het is natuurlijk fantastisch om dit boerenleven hier een beetje mee te maken. De dag begint met havermouth pap en toast met gebakken eieren en spek. Dat lijkt zo'n beetje het standaard ontbijt hier en ik kan me er elke dag weer op verheugen. En uiteraard wordt de braai tijdig opgestookt en eten we 'boerewors', heerlijke bief en kip.


Maandagmorgen was het maar goed dat ik weer ging fietsen. Van Bernard had ik al afscheid genomen, die was al om half vijf vertrokken terug naar Port Elizabeth. Hij moest op tijd op zijn werk zijn. Zijn moeder maakte het bekende ontbijt en daarna moest ik de bergen in, een boerenpad waarvan ik niet precies hoe het zou gaan lopen en hoe goed of slecht het was. Het was behoorlijk afzien maar ook fantastisch mooi. Prachtige vergezichten, wegrennende wilde zwijnen, dassies, hertachtigen en natuurlijk hier en daar de bekende koeien en enorme stieren. Een enkele keer kwam ik iemand tegen, soms maakten we een praatje. Ze zien hier niet zo vaak een man op de fiets voorbijkomen. Waarschijnlijk nooit.
Het was een hete dag. Bloedje heet beter gezegd. Het zweet gutste van mijn lijf en ik was blij dat ik nog wat extra water had meegenomen. Onderweg kreeg ik van een boer nog een ijskoud flesje water en sinaasappelsap en dat geeft dan het gevoel van het bekende engeltje dat ...........


Mijn eindpunt deze fietsdag was in Cradock, een prachtig oud stadje. Ook hier waan je je weer in een museum. De tijd lijkt er te hebben stil gestaan. Je waant je minstens een eeuw geleden ergens in een kleins stadje in Nederland. Toch wel heel bijzonder.


Na een heerlijke nacht slapen toog ik verder om via Tarkestad naar Sterkstroom te fietsen. Ik had gehoopt, daar had ik ook op ingekocht in de lokale Spar, om in ieder geval halverwege Tarkastad en Sterkstroom te eindigen maar het weer gooide roet in het eten. 's Middags werd ik overvallen door een enorme hagelbui met donder en bliksem. Hagelstenen zo groot als forse knikkers denderden uit de lucht en ik kon geen kant op. Het enige wat ik kon verzinnen was om in een waterdoorlaat te kruipen onder de weg door om mezelf tegen de hagel en het dreunende onweer te beschermen, maar het duurde niet lang voor het water door de pijp begon te stromen. Gelukkig was het ergste van de bui toen overgetrokken en na een tijdje werd het weer droog. Doorweekt, koud en vies stapte ik weer op de fiets na eerst mijn natte kleren zo goed mogelijk te hebben uitgewrongen. De wind blies me al snel weer droog en in Cradock vond ik een prachtig Bed & Breakfast met warme thee en een warme douche. Nu is het avond en ik ben blij dat ik niet ergens in mijn tentje zit. Het water komt weer met bakken uit de lucht en een dikke stroom modderig water loopt voor het huis langs. De brede straat is een ondiep kanaal geworden. En nu maar hopen dat het morgen beter wordt.


« Terug