Op de markt

20-03-2014

Op Zondag is het markt in Dalaba. Het krioelt er van de mensen die iets te verkopen hebben. Tientallen vrouwen met tomaten, groene kolen, aubergines en anderen met aardappelen (uit Kruiningen) en uien uit de Flevopolder. Daartussen andere vrouwen die oliebollen verkopen, zelfgemaakte vruchtensappen, brood, bonen. Mannen zitten achter stapels nieuwe of tweedehands badslippers, het nationale schoeisel hier en verder veel stalletjes met pillen tegen hoofdpijn, maagkwalen, erectieproblemen en andere kwalen, vitaminepreparaten, voedingssupplementen meestal om enorme spierballen of dikke billen te kweken en natuurlijk de nodige witmakers. Opvallend is dat bijna iedereen ongeveer dezelfde produkten of 'lekkernijen' verkoopt. Er zit niets origineels tussen. Ik scharrel een ontbijtje bij elkaar en houd me verder onledig met het observeren van mensen.

Het is een enorm heen en weer gesleep van goederen. Mensen lopen met teilen vol koopwaar op hun hoofd, een vrouw kruipt op handen en voeten. Ze heeft  lappen om haar knieen en badslippers aan haar handen. Kinderen spelen tussen alles door, de kleinsten hangen om de beurt aan moeders borst. Die laten het spul maar een beetje buiten hangen zodat de kinderen er zo bij kunnen, zonder te vragen. En op de daken zitten de gieren met hun lelijke koppen te wachten op de restjes.

En 's avonds wordt het hele circus weer afgebroken. Een enorme hoeveelheid niet verkochte spullen moet terug op auto's die afgeladen vol met mensen en goederen verdwijnen. In een gewonen auto, type stationcar, telde ik twaalf mensen binnen en dan gaan er zo nog een stuk of 4 of 5 op het dak, samen met tot wel twee meter hoog opgestapelde goederen op een gammele imperial. Met grote vaart vliegen ze de bocht door, ik houd mijn hart vast maar ze blijven gewoon rijden.

Ik blijf even een paar dagen in Dalaba hangen. Na al die dagen achter elkaar fietsen heb ik even tijd nodig om bij te tanken en aan het laatste traject te beginnen. Het is hier een schitterende omgeving, een gebied waar vooral veel Fransen komen om te wandelen. Die Fransen hebben het nog steeds goed naar de zin in hun ex-kolonieen. Ik wil het gebied eigenlijk wel aan SNP voorstellen, volgens mij hebben ze hier nog geen reis. Vandaag bezocht  ik Sebury, daar  woont een gids of eigenlijk is hij de organisator van wandelreizen.  De wandelingen gaan langs prachtige natuurfenomenen en door schitterend authentieke dorpjes. Ik was in een huisje van meer dan driehonderd jaar oud en nog steeds in gebruik. De 102 jarige vader van de gids woont erin. Mensen kunnen hier ook oud worden.

Dezelfde gids heeft een aantal tuinen. Hij verkoopt planten,met name aan hotels en instellingen maar ook aan particulieren die de authentieke beplanting in de omgeving willen versterken. Ik zag  dat hij een aantal weg gewaaide plastic zakjes netjes opruimde en zo kwamen we weer eens op het plastic afval probleem. Langs de weg ligt een grote hoeveelheid afval. Hij vertelde dat hij tracht de mensen om hem heen bewust te maken van de schadelijkheid van de rommel maar hij stuit op onbegrip. Men ziet het gewoon niet als een probleem. Toevallig zat ik nast een jongeman die zijn blikje fris leeg dronk, het op de rand van het hekwerkje zette en er vervolgens een klap tegen gaf. Het blikje stuiterde de tuin in. Ik vroeg hem "Waarom?". Hij wist heel goed waar ik op doelde en lachte enigszins besmuikt. "Het is een gewoonte" zei hij: "Zo is onze leefomgeving. Maar eigenlijk ben ik er ook niet zo'n voorstander van".

Verder bezocht ik nog een huis van Nadine (die oude dame uit Conakry) die hier een tweede woning heeft.  Om het huis heeft ze een soort botanische tuin. Ze was er zelf niet maar ik werd rondgeleid door de tuinman en al snel uitgenodigd door een gast die tijdelijk in de woning verbleef, om mee te eten. Hij vroeg me wat ik aan het doen was en ik vroeg hem wat hij voor de kost deed. "Ik ben priester" zei hij en verbaasd zei ik dat ik nog nooit een priester in een T-shirt en spijkerbroek had gezien. Maar hij was op vakantie, had een paar dagen rust nodig en was even ontsnapt uit het lawaai en de hectiek van Mamou waar hij woont. Afrika is zo vol lawaai dat het gewoon onwennig aanvoelt wanneer je plotseling even niets hoort. Ook nu ik dit schrijf scheurt er weer een motor (zonder uitlaat???) rond het hotel wat toch op een behoorlijk beschutte plek buiten de stad staat. Verder hoor ik de muziek uit de aangebouwde bar en het geschreeuw om boven de muziek uit te komen. Een TV voorziet de wereld van voetbalcommentaar. Zonder lawaai geen leven lijkt het.

Dinsdag middag besloot ik terug te fietsen met bagage naar Sebury zodat ik mijn tentje in de tuin kon opzetten. Ik werd wakker in het paradijs, de vogeltjes floten. Alleen Eva ontbrak er aan. En in plaats van een appel kreeg ik een flink bord bruine bonen met rauwe uien als ontbijt, daar heb ik de hele dag plezier van gehad, fietsend over de hoogvlakte door Pita naar Labe. Jammer dat ik met de fiets moeilijk bij de hoogtepunten van de omgeving kan komen. Er moeten hier prachtige watervallen en canyons zijn. Die zijn beter bereikbaar door deels met auto's te gaan en de rest te lopen. Misschien dat ik morgen nog een en ander kan proberen. Verder worden er 'authentieke dorpjes'  aangeprezen maar die heb ik eerder en volgens mij veel echter, al genoeg gezien.

Ik ben dus nu in Labe en blijf hier waarschijnlijk tot vrijdag. Daarna zoek ik mijn weg naar Guinee Bissau en dat zal weer erg primitief worden. Ik reken op minstens een week geen internet maar ik realiseer me dat het nu ook al weer een week geleden is bijna.


« Terug