Weg uit Abene

07-02-2014

images/afr_0927_paco_en_cathy.jpgMisschien heb ik het al eens eerder geschreven maar de verleiding is groot om hier lekker in Abene te blijven hangen. Wat een paar dagen had moeten worden werd uiteindelijk een paar weken, deels door de omstandigheden maar vooral omdat het leven hier zo heerlijk relaxed is. Al prijs ik me overigens wel gelukkig dat ik slechts een voorbijganger ben, een tijdelijke bezoeker met de kans om weer verder te gaan, weg van hier. Als je  moet blijven zoals velen hier, met weinig of geen mogelijkheden, dan ziet de wereld er anders uit. Elke dag je kostje bij elkaar te moeten scharrelen, afhankelijk van de weinige toeristen die hier komen, de vis die wel of niet gevangen wordt, de zakken rijst die hopelijk komen. En dat samen met de dagelijkse intriges die ook hier spelen. De mensen zitten heel de dag langs de weg, iedereen wordt begroet maar ook becommentarieerd. Ja wat dat betreft is het echt een klein dorp, net als elk ander klein dorp waar ook ter wereld.

Mijn uitzicht op zeeMorgenvroeg pak ik mijn tentje in. Mijn tentje op het strand  met het uitzicht op zee. Elke ochtend wanneer ik wakker word loop ik zo het strand op, maak een wandeling langs de waterlijn en duik de zee in. Dat zal ik zeker missen. Ik heb mijn fiets startklaar gemaakt, de ketting is weer eens gewisseld en de banden op spanning. Voor de laatste keer door de Casamance, op naar Guinee Bissau voor hopelijk nieuwe avonturen.

Voor Salieu zal het leven weer 'back to normal' moeten zijn. Hij zit vol twijfels. Hij heeft nu dan wel zijn fiets waar hij erg blij mee is maar ook het heen en weer geslinger hoe hij nu weer verder moet gaan. Iemand vroeg me in een e-mail: "Heeft hij ook een baan?" maar banen hebben, zoals wij dat kennen, dat is hier niet. Hooguit ambtenaren en in het leger daar heb je enige zekerheid van bestaan maar alle mensen die daar buiten vallen kennen geen enkele zekerheid van bestaan. Werken, klusjes oppakken, een klein handeltje, hopen op het beste en bidden, vooral heel veel en heel hard bidden geven je enige garantie voor een stuk brood en een hap rijst. Daarnaast heb je natuurlijk de zorg voor ouders, familieleden die het nog minder hebben en allerlei andere figuren die daar omheen hangen. Het lijkt soms of het hiernamaals, wat dat dan ook moge zijn, veel mensen op de been houdt. Als je het nu maar slecht genoeg hebt en veel bidt dan heb je het in je volgende leven beter. Bovendien spreekt daar iedereen Arabisch. Voor mijn part mogen ze gelijk hebben, ik spreek het niet tegen maar ben ook sceptisch.

Elke dag verse vis zo uit de zeeVanochten tijdens mijn wandeling zag ik nog een vrouw, voorovergebogen in het zeewater, helemaal nat met de handen over de bodem tastend op zoek naar schelpdieren. Een visserman hield me aan voor een praatje en gaf me een ijskoude kromgetrokken hand. In zijn plasticzak een paar visjes: hij ging er iets van opeten en de rest moest verkocht zodat hij van dat geld rijst en sigaretten kon kopen. Dat deed hij elke dag vertelde hij me. De grote droom van velen hier is een 'toubab' (een blanke) aan de haak slaan. Dat geldt zowel voor mannen als voor vrouwen. En het maakt niet uit of die toubab twintig of dertig jaar ouder is, je kostje is gekocht denken ze, dan staat de poort naar Europa open. Maar visa worden slechts mondjesmaat verstrekt en het zijn er maar enkelen die echt de reis naar Europa maken. En of ze dan vinden wat ze zoeken is natuurlijk nog de vraag. Maar alles lijkt beter dan hier, het uitzichtloze bestaan.

 images/afr_0928_paul.jpgimages/afr_0928_paul.jpg

Langere tijd in dit gebied verblijven en vooral ook de reis met Salieu gaven me de kans eens wat dieper achter de schermen van het Afrikaanse bestaan te kijken. De uitzichtloosheid, de armoede, de onzekerheid afgewisseld met de uitzinnige vreugde wanneer er een feestje is,  wanneer er uren achterelkaar gedanst wordt op het roffelen van de djembehs, het getokkel van de cora en andere lokale instrumenten. Dan is even alle ellende vergeten, wanneer het feest is dan is het echt feest. Gelukkig zijn er veel feesten hier, iedere weekend bijna is er wel ergens een festival en die worden vaak door velen uit de wijde omgeving bezocht. En dan zie je ook de vrouwen in de meest prachtige kleurrijke kleding, prachtig opgemaakt, behangen met juwelen. Blijkbaar is daar dan wel geld voor, geen idee waar dat vandaan komt.

 

Alles bij elkaar heb ik zeker ook wel weer zin om op de fiets te stappen. Voor de laatste keer een ritje door het dorpje te maken toegeroepen door iedereen langs de kant van de weg. Iedereen kent me bij naam.  Ze zullen me missen zeggen ze. De cafe touba verkopers, de jongetjes met de sinaasappels, de vrouw met verse papaya's en ook de artiesten, de jongens die de souveniers maken die langs de weg verkocht worden en waarvan ik niks heb gekocht. Ze accepteren mijn smoes: Op de fiets kan ik het niet meenemen.

Voorlopig heb ik nog een week of zeven te fietsen. Langzamerhand moet ik gaan bedenken waar ik mijn reis ga eindigen omdat ik tijdig een ticket moet zien te kopen. Maar plannen blijft een lastig fenomeen hier in Afrika. 


« Terug