Landleven

16-01-2014

Ik zit op een plastic stoel onder een grote boom. De meeste mannen zitten gewoon op de grond maar zodra ik ergens verschijn wordt er, of ik dat nou wil of niet, ergens een stoel vandaan getoverd om op te gaan zitten. Het geeft me het gevoel dat ik als heel erg oud word gezien. Maar misschien is het omdat een blanke meneer niet op de grond hoeft te zitten. Wat aan de ene kant weer zo'n prachtig Afrikaans plaatje is, een viertal vrouwen die met grote stampers druk in de weer zijn het eten voor te bereiden tegen het licht van de ondergaande zon, is aan de andere kant de harde Afrikaanse werkelijkheid. De vrouwen die met hun gespierde armen dienen als een soort foodprocessor, met dikke knuppels van anderhalve meter lang stampen ze in een ritmische beweging de bonen tot pap. En de mannen, ik incluis, zitten het te bekijken, lui onder de boom met een kopje thee en vandaag een koekje erbij omdat ik die van een langslopende vrouw gekocht heb.

Rivier CasamanceWat is het mooi om hier te fietsen. De tocht van Ziguinchor naar hier door een uniek mooi Afrikaans landschap. Fietsend langs dorpjes met illustere namen als Ngamung (Dappere Man), Adjoun (De jagers), Agun (De gek), Gigipun (De intelligente) en Jagor (Wijze man). Helaas 'hardwerkende vrouw' was er niet bij. Allemaal kleine dorpjes waar het leven uit niet veel anders bestaat dan zorgen voor de dag van vandaag en afwachten wat morgen gaat brengen. Soms verkopen ze wat sinaasappels langs de kant van de weg, hier en daar een 'cafe touba' waar ik dol op ben. Soms krijgen we de sinaasappels zo onder het fietsen toegeworpen, ze vallen hier rijp van de bomen. Af en toe fietsen we door een kudde koeien. Dat is oppassen want de simpele beesten lopen altijd net de andere kant op dan je zou verwachten. Vogels fluiten en krijsen in de bomen, uit de verte hoor je de moskee.

Dorpje onderweg, pap etenDe dorpjes varieren van klein naar groot. Allemaal bestaan ze uit traditionele huisjes, rond en opgemetseld van leemblokken, gestuct met leem versterkt met koeienstront. Het dak is meestal van gras, een enkele keer worden golfplaten gebruikt maar dat wordt gezien als minder comfortabel omdat ze de warmte niet goed buiten houden. De grotere dorpen bestaan uit meerdere compounds waar een familie gezamenlijk woont. De kleinere bestaan uit een paar hutjes met een omheining en herbergen vaak maar een familie. We bezochten er eentje en waren van harte welkom. Binnen enkele ogenblikken stond er een stoel voor me en kreeg ik een lepel in mijn handen gedrukt. Gezamenlijk aten we de pap van mais en aardnoten, deze keer met weinig suiker maar meer zout omdat suiker te duur is hier. Je lepelt het allemaal met elkaar uit dezelfde grote schaal, de mannen en de vrouwen gescheiden. De man, ik denk de dorpsoudste, vertelde er trots op te zijn dat een blanke zijn dorp bezocht en zelfs mee at van hun pap. Het was in zijn leven, ik schat hem een jaar of 65, nog nooit voorgekomen dat een blanke stopte en zijn dorpje bezocht, laat staan dat hij er bij kwam zitten om pap te eten. De vrouwen werden ook nieuwsgierig en ik werd geroepen. Een stuk of vijf vrouwen, als ik het goed begreep allemaal vrouwen van dezelfde man, zaten ook pap te eten en sommigen gaven ondertussen de kinderen de borst. En altijd weer krijg ik de vraag of ik getrouwd ben en hoeveel kinderen ik heb. Bij mijn antwoord zie ik de teleurgestelde blikken. Geen kinderen betekent hier dat je geen prettige oude dag hebt.                                                               Papetende vrouwen

Verderop werd ik bij het passeren van een ander dorpje luid toegeroepen en ik stopte even. Het is heet en iedere smoes om even af te stappen is welkom. Het hele dorp bestaande uit een paar vrouwen en veel kinderen liep uit. Een van de vrouwen had haar T-shirt tot boven haar blote borsten opgerold, een kind op de arm. Zo kwam ze naar me toe gedraafd en gaf me een hand. Een bijzondere ontmoeting.

Traditioneel dorpje onderwegSlapen onderweg doen we op de prachtigste plekken. Voor Kolda stonden we aan de rivier de Casamance en ik kon 's avonds lekker het koele water induiken. 's Ochtens vroeg heb ik dat herhaald, heerlijk om bij het krieken van de dag zo uit je bed het koele water in te stappen. Voorbij Kolda kwamen we in een dorpje Fafacouda (Vaders plek) waar we van de dorpsoudste onze tent in zijn compound mochten opzetten. De wasplaats is hier gewoon een open plek waar je open en bloot je lichaam kunt afspoelen met heerlijk koel water na een stoffige dag fietsen.

Uiteindelijk kwamen we na Kolda in Velingara over een deels stoffige en zanderige weg. Vrij pittig fietsen in de warmte maar de omgeving vergoedt veel. Gisteren passeerden we de grens en zijn we weer in Gambia beland en wel in het stadje Basse waar we onszelf op een rustdag trakteren. We zitten in http://traditions-basse.blogspot.com Je kunt er zoiets moois van maken hier maar geldgebrek betekent dat er niks van de grond komt. Vandaag nog bezochten ik een hotel, volgens de Lonely Planet de beste van de stad. Het bleek totaal verwaarloosd, half inelkaar gestort en de bende was onbeschrijflijk. Weer een mislukt projekt. Ook Traditions, eerst gevestigd in een prachtig pand aan de rivier, stelt helaas niet veel voor. Het eerste pand staat op instorten op een schitterende A1 locatie, ze zijn nu verhuisd naar de stad maar het komt niet echt van de grond. Er is geen geld om de zaak een beetje op te knappen en omdat het niet opgeknapt is komt er bijna niks binnen. Ondertussen leeft de familie van het groente tuintje, de vrouw des huizes verkoopt wat groente op de markt en familie in de stad stuurt af en toe wat geld. De manager ligt op zijn bank en slaapt, volgens goed Afrikaanse traditie. Hij heeft me gevraagd wat geld in zijn toko te investeren maar ik weet ondertussen genoeg van Afrika: je kunt het geld net zo goed gelijk in de put gooien. Wanneer je hier iets wilt moet je er op je neus bij blijven anders verdwijnt het geld als sneeuw voor de zon.

Gisteren nog reden we door een dorpje waar zakken rijst aankwamen. Voedselhulp. Vanuit de omringende dorpjes komen mensen met ossen- of ezelkarren om de hun toegewezen zakken op te halen. Het zal ongetwijfeld ergens gegeten worden maar een deel wordt omgezakt en goed verkocht op de markt. Hetzelfde geldt voor tweedehands kleding. Er komen hier containers vol gebruikte kleding binnen uit Europa, vaak van goede kwaliteit, soms als nieuw. De mensen hier zijn er dol op en het wordt goed verkocht en voor weinig geld. Helaas ligt de lokale kledingmarkt daardoor volledig op zijn gat en loopt iedereen in T-shirtjes met opschriften waar ze nog nooit van gehoord hebben: Camping Molenbeek is er een van.


« Terug