Abene

31-12-2013

De kerstdagen zijn weer geweest, de laatste dag van 2013 is aan de gang. Ik wilde nog wat mooie kerstplaatjes op de site zetten maar de verbindingen zijn hier uitermate traag en ik zal blij zijn wanneer ik in staat ben om deze tekst een plekje op de website te geven. Internet is hier van een kwaliteit uit een tijd die ik me niet meer kan herinneren. Mocht het toch lukken straks om dit stuk te plaatsen, dan is dit een goede gelegenheid om iedereen te bedanken voor de kerst- en nieuwjaarswensen die ik op verschillende wijze heb ontvangen. Helaas heb ik nog niet veel kunnen beantwoorden omdat mijn e-mail heel erg traag is en facebook het helemaal niet doet. Sms-jes komen wel binnen op mijn gewone Nederlandse nummer en ik ben vandaag en morgen nog te bellen op mijn nummer in Gambia:

+2207483954

Voor ik verder schrijf wens ik iedereen een heel goed en voorspoedig 2014.

 

IAmsterdam Beach Bark zit in de Amsterdam Beach Bar in Abene, heerlijk aan het strand met het ruisen van de zee op de achtergrond. Gelukkig een rustig plekje, even weg van al die mensen die me ondertussen kennen en geen minuut voor mezelf gunnen. Alleen zitten is sneu, zo iemand behoor je gezelschap te houden. Alles draait om het sociale leven, wanneer je hier met een local het dorp in loopt, wat normaal nog geen kwartier in beslag zou nemen, duurt steevast een uur want er zijn allerlei sociale verplichtingen onderweg. Bijna met iedereen die je tegenkomt en ooit vaag eerder hebt ontmoet moet je uitgebreid handjes schudden en dan wordt de familie doorgesproken. Zeer vermoeiend in mijn ogen maar hier is tijd geen geld. Tijd is er in overvloed, geld is de beperkende factor.

Ondertussen ben ik al veel langer in de Casamance dan de bedoeling was. De Casamance is het deel van Senegal bezuiden Gambia. Een prachtig gebied maar arm. Sinds eind vorige eeuw heeft er nogal wat strijd gewoed, er zitten nog steeds wat verstokte rebellen in sommige streken maar hier aan de kust gaat het leven zijn gewone gang. Zijn gewone langzame gang.

Nadat ik enige dagen voor de kerst Gambia verliet had ik het idee om redelijk snel door te fietsen richting Guinee Bissau om daar de kerst te vieren. Via een zandpad verliet ik Gambia maar aan de andere kant bleek geen grenspost te zijn om Senegal binnen te komen. Daarom fietste ik naar een andere plek via een lange omweg om mijn stempeltje te halen maar een zeer gefrustreerde immigratie ambtenaar vond dat hij dan wel een heel groot cadeau had verdient. Ik had geen zin hieraan mee te werken  en na enig gesoebat kreeg ik mijn fel  begeerde stempel dat ik weer in Senegal was, althans dat dacht ik. Toen ik het  controleerde bleek dat hij een stempel 'Sortie' had gegeven en dat betekent dat ik het land uitging. Ik kon hem niet op andere gedachten brengen, hij genoot van de situatie. Om hem verder plezier te ontnemen ben ik maar gewoon op de fiets gestapt en weggereden, ondertussen heb ik begrepen dat het verder geen problemen gaat opleveren maar omdat het allemaal lang had geduurd en het  begon te schemeren besloot ik te overnachten in Abene, een dorpje aan zee. En daar ben ik nu nog steeds, het is net vakantie.

Abene is een dorpje vol met kunstenaars, muzikanten en alles wat daar omheen hangt. Een deel van de mannen is stoned, een ander deel zit aan de palmwijn. De vrouwen zijn druk bezig met van alles en nog wat. Emancipatie is hier nog een onontgonnen terrein. Enkele staaltjes die ik tegen kwam:

Ik wilde even een wasje doen. Krijg ik de vraag of ik geen vrouw heb. Op mijn antwoord dat dat inderdaad het geval is zei hij dat hij dat wel voor me kon regelen. Ik vraag me af of dat alleen voor het wassen van mijn sokken was.

Later zag ik een bijzondere gebeurtenis, een man die zelf voorovergebogen over een teil zijn was stond te doen. Hij stond diep gebukt met een borstel zijn kleren in te zepen en te wringen. Ik vroeg hem of hij geen last van zijn rug kreeg op deze manier. "Ja" zei hij, "maar ik heb nu eenmaal geen vrouw die het voor me kan doen en mijn zuster weigert het". Alsof vrouwen geen zere rug kunnen krkijgen.

Iets verderop bij de dorpspomp stond een vrouw met een al grote baby op haar rug een enorme was te doen. Haar man zat iets verderop met zijn maten zich te bezatten aan de palmwijn.

En onderweg op het veld staan de vrouwen in de rijstvelden, ze zijn aan het koken, slepen met kinderen, drijven handeltjes en weet ik wat ze allemaal nog meer doen voordat meneer 's avonds thuis komt om zijn gerief te halen.

Later sprak ik hierover met een jongen die er zelf ook iets anders tegenaan kijkt. Hij bevestigde dat de vrouwen hier verreweg het meeste werk verrichten en was het met me eens dat dit eigenlijk gewoon een voortzetting is van de door henzelf zo verafschuwde slavernij. Vrouwen worden geslagen, gebruikt of misbruikt en ze zijn zo geindoctrineerd dat ze mij het werk uit handen willen nemen wanneer ze denken dat het eigenlijk werk is wat door een vrouw gedaan behoort te worden.  Toen ik een paar dagen geleden een vrouw hielp terwijl ze voor ons, een man of acht, aan het koken was, werd ik vreemd aangekeken. Dat heb ik maar lekker zo gelaten.

                            Abene festival 2013

Doordat ik hier wat langer ben dan ik gewend ben zie ik veel meer van het dagelijkse leven hier. Ik ben min of meer geadopteerd door de Amsterdam Beach Bar gedreven door vier jongens die er een bestaan aan trachten te ontlenen. Dat valt nog niet mee. Een redelijk minimum om hier te leven is ongeveer 70 cent tot een euro per dag en het lukt amper om dat elke dag bij elkaar te brengen. Dus ik ben een welkome gast en sponsor de zaak een beetje. In ruil daarvoor heb ik hier een eigen 'kamer' waarin mijn tent staat opgesteld, ik krijg elke dag lekker te eten en te drinken. Voor hun is het een goudmijntje en voor mij goedkoper dan een hotelletje met ontbijt elders dus het dient twee doelen. Ondertussen geef ik wat zakelijke adviezen hoe ze wat meer geld kunnen gaan verdienen, het terras is was aantrekkelijkker opgesteld, er staat nu  een bordje buiten met: 'Welcome Amsterdam Beach Bar' en de eerste aktie is ondernomen om goedkopere frisdrank en biertjes uit het vlakbij gelegen Gambia te halen waar het de helft goedkoper is. Ze kunnen dan per verkocht flesje veel meer verdienen. Na vier dagen is een van de mannen vanochtend op de fiets naar Gambia gegaan, een uurtje hiervan en het eerste kratje is gearriveerd. Ik heb hem nu geadviseerd dit vaker te doen en het te verkopen aan andere barretjes langs het strand. Dit leek hem een goed idee en vervolgens gebeurt er dan weer niks. 'This is Africa' is een veelgehoorde kreet en je kunt er beter maar aan wennen wanneer je hier langere tijd bent. Niets gaat zoals je zou verwachten maar dat maakt het wel extra aantrekkelijk voor mij natuurlijk.

Voor het plakken van een fietsband kun je rustig een dag uittrekken en dan is het maar de vraag of het lukt. Voor een boodschapje wat wij in tien minuten in de supermarkt doen, moet je hier soms de hele ochtend uittrekken en dan is het maar de vraag of je gekocht hebt wat je had hopen te kopen. Er wonen heel wat 'toubabs' (blanke Europeanen) hier die allemaal hetzelfde zeggen: "Het schiet niet op, het is allemaal korte termijn, er wordt niets gepland. Morgen maar weer zien".

Eergisteren was dus zo'n dag dat ik  mijn voorband ging plakken. Mijn fiets staat veilig in een huis in het dorp. Daar aangekomen bleek de sleutel bij iemand anders te zijn maar die was niet thuis maar zou snel komen. We besloten eerst terug te gaan en het 's middags weer te proberen. De man kwam aanlopen op hetzelfde moment als wij aankwamen. Alleen hij had de sleutel in het andere huis achter gelaten en een jongetje werd gecharterd die daarheen zou rennen en de sleutel ging halen. We hebben hem niet weer terug gezien voor de dag om was.

Gister een nieuwe poging. Al vroeg togen we richting dorp. Gelukkig was de sleutel er nu wel en ik plakte mijn band. Djembo, een jongen waar ik hier veel mee optrek, had zijn band ook lek. Zijn voorband was zo dun dat ik er met een vinger doorheen kan drukken als ik wil. We hebben zijn band geplakt, een nieuwe band was niet te krijgen. We gingen op pad richting Gambia om een kratje bier te halen. Ik wilde niet de grens over in verband met mijn rare stempel maar zou wachten. We zijn overal geweest behalve in Gambia om bier te halen want onderweg moest ik kennis maken in allerlei dorpjes waar zijn familie, ontelbare broers, zussen, ooms, tantes en andere 'relatives' wonen. Het werd een enerverende dag, twee keer werden we getrakteerd op een heerlijke lunch en overal tijd voor een praatje. Hij behoort tot de Yora stam en wanneer je daartoe behoort dan is ongeveer iedereen die dezelfde taal spreekt bijna familie van je. Het zijn net Friezen wat dat betreft :-)

Ondertussen was zijn band weer lek en we zochten een fietsenmaker. Ik bood aan een nieuwe band voor hem te kopen omdat ik voorzag dat we anders weer tegen hetzelfde aan zouden lopen. Maar er was geen band te krijgen en op mijn vraag "Wanneer wel dan?" krijg je een blik van "Ja wat is dat nou voor een vraag".

In een van de dorpjes kwamen we een huis binnen. In een hoekje op een bank zaten drie meisjes. Hun anders zo vrolijke koppies wanneer ze een toubab zien, stonden triest en de pijn was er aan af te lezen. Om hun onderlijf hadden ze een bloederige handdoek gewikkeld en naast hun zat een oude dikke 'mama' in een grote teil water wat lappen te soppen. De meisjes bleken net besneden en de oude vrouw was degene die dat verzorgde en nu op hen paste zolang het bloeden nog niet gestelpt was. Een afschuwelijk ritueel wat hier nog dagelijkse praktijk is. Djembo vertelde dat er Europese organisaties zijn die trachten een eind te maken aan deze martelpraktijken en daar wordt dan ook hard om gelachen door de dorpsbevolking. Het geloof is sterker.  Officieel schijnt het in Senegal al wel verboden te zijn maar hier is niemand om de wetten te handhaven, politie komt hier niet. De stam- en dorpshoofden maken de dienst uit geholpen door de geesten en goden die kunnen worden geraadpleegd of te hulp  geroepen.  Dat noemen ze geloof ik de wet van de jungle.

Fietsend door de dorpjes zagen we vrouwen die met een grote paal in een kom rijst stonden te stampen. Zwaar werk om de rijst van zijn vlies te ontdoen. Er zijn al wel machines voor maar de vrouwen zijn goedkoper. Andere vrouwen koken palmolie in grote oliedrums. Het kost veel hout maar dat is nog steeds voldoende aanwezig. De palmolie wordt voornamelijk gebruikt voor het bereiden van eten en een familie heeft ongever een liter per week nodig. Een fles kost bijna twee euro en dat is veel geld hier. In een volgend dorpje lag het zware werk even stil. Grote feestvreugde, er was een maskerade aan de gang. Een keer per jaar worden mannen die iets hebben uitgespookt wat niet door de beugel kan op een ludieke manier gestraft. Met een groot feest waar gedanst en gesjanst wordt, worden ze een beetje voor gek gezet door de gemaskerde man die al dansend rondwaart tussen honderden mannen, vrouwen en kinderen die in een grote cirkel staan opgesteld. Ik was de enige toubab aanwezig maar trok gelukkig geen bijzondere aandacht. Een van de moeders vroeg me om op haar kind te passen zodat zij kon dansen dus ik zette het joch op mijn schouders. Hij zat eerste rang en vond het prima. 's Avonds wordt er gegeten en gedronken en de rekening is voor de gestrafte mannen, zij moeten alles betalen maar dit zullen ze met trots doen. Helaas moesten wij weg omdat het donker begon te worden en er is geen straatverlichting hier. Wanneer het donker is, dan is het aardedonker.

Bijna terug in Abene werd er bij een huis langs de weg geoefend op een vier-dubbele djembe. We gingen kijken en gebogen op een houten krukje zat een oude muzikant. Trots vertelde hij dat hij in zijn jongere jaren met grote orkesten had gespeeld en een djembe school had gehad in Duitsland. Hij had opgetreden o.a. in Washington en Amsterdam. Nu was hij terug op zijn geboortegrond, had er een stuk land gekocht en een groot huis gebouwd. Hij was met een veel jongere vrouw getrouwd en daarmee had hij een stel prachtige kinderen gekregen waarvan ik eerst dacht dat het zijn kleinkinderen waren. Hij wilde me graag tonen wat voor een groot muzikant hij was en stond op van zijn krukje, kromgebogen liep hij naar de djembe's en begon te spelen en zijn ogen straalden trots uit. In plaats van dat ik hem kon bedanken dat hij even voor mij had willen spelen, bedankte hij mij dat ik was gekomen om naar hem te luisteren; een bijzondere ontmoeting.

En dit was nog maar een dag. Ondertussen ben ik al ruim een week hier. Dat heeft nog een andere reden ook. Op dit moment is het 'Festival d'Abene' in volle gang. Het is de 20ste editie van een cultureel festival ooit opgezet door een Nederlandse vrouw die hier toen woonde maar overgenomen door de lokale bevolking. Muzikanten en publiek komen niet alleen uit de omringende langen als Gambia, Guinee en Guinee Bissau maar ook uit Europa. Elke avond zijn er drie voorstelling op een groot toneel. Uiteraard wordt er veel muziek gemaakt, er worden rituele dansen opgevoerd maar het leukste is dat het publiek ook gewoon het toneel op kan springen en mee kan dansen wanneer ze maar willen. Het is een levendig en feestelijk gebeuren. Het lijkt wel of de mensen hier pas tot leven komen wanneer de muziek hen opzweept, dan bruisen ze van de energie en lijkt iedereen gelukkig.

Ik neem trouwens wel mijn oordopjes mee naar het feest. De muziek staat keihard, zo hard dat het geluid af en toe ernstig wordt vervormd maar volgens insiders is men hier zo trots op het festival dat ze het ook in de omringende dorpen moeten kunnen horen. Maar vanavond gaan we weer en daarna gaat iedereen naar het strand waar het oude jaar wordt uitgeluid en het nieuwe jaar gaat beginnen. Ik begreep dat dit wel de hele nacht kan gaan duren maar ik ben er klaar voor. Eerst gaan we zo nog uitgebreid eten. Ik heb de jongens wat geld gegeven en zag even later een grote tas met vlees en groente verschijnen dus dat belooft wat. HAPPY NEW YEAR. 


« Terug