Mauritanie

19-11-2013

De laatste kilometers in Marokko gingen hard. Vanaf Dakhla was het even zwaar trappen want ik moest ruim 40 kilometer terug, pal tegen de wind in. Ik dacht vroeg op pad te gaan omdat de wind dan meestal nog niet zo krachtig is, maar ik had pech. Het woei hard. Maar een keer de bocht om naar het zuiden ging het weer van een leien dakje. De route liep voor een deel weer vlak langs de kust en ik kon het niet laten even over de rand te kijken. Beneden me lag een prachtig wit strand waar op de golven stuk sloegen. Omdat het al laat was besloot ik hier een plekje te zoeken om te overnachten en dat lukte wonderwel. Met een bijna volle maan was het een prachtige avond en nacht. Jammer genoeg ben ik niet op het strand zelf terecht gekomen, ik moest daarvoor zo'n 60 meter via zacht duinzand naar beneden, dat is niet zo erg maar je moet daarna ook weer omhoog. En omdat het op het einde van de dag was, was het te koud om nog te gaan zwemmen. Anders had ik het er wel voor over gehad. En ik moest vroeg naar bed, de volgende dag had ik ruim 180 kilometer op het programma.

's Nachts was het behoorlijk koud. Mijn dunne slaapzakje is eigenlijk veel te licht. Maar met een sweater en een fleece om me heen was het wel te doen. De buitentent was de volgende morgen drijfnat. Je kon hem bij wijze van spreken uitwringen. Maar ik heb hem gewoon nat ingepakt, dat komt later wel weer goed. Ik was blij dat in na 185 kilometer in Bir Gandouz aankwam, daar verbleef ik voor de laatste overnachting en toen was het nog maar 150 kilometer inclusief de grenspassage naar Nouadhibou. Nouadhibou heeft wel een speciale betekenis voor me, voor de Mauritaanse kust gingen we vroeger toen ik nog voer af en toe vis laden van Russische fabrieksschepen. Horse (diepzee) makreel voor Nigeria. We lagen dan vlakbij Cap Blanc, het eindpunt van het schiereiland waar Nouadhibou op ligt. Het was dus wel een bijzondere belevenis om daar nu een keer te zijn in plaats van uit de verte met de verrekijker te kijken en je af te vragen hoe het er daar uitziet. Er is overigens geen moer te beleven, ik probeerde nog naar de kaap te fietsen maar de weg was afgesloten door industriele bedrijven en ik mocht er niet door.

De grens overgang verliep soepel. Ik had al een visum geregeld in Rabat maar het had achteraf ook aan de grens gekund. Dat was pas sinds een week dus dat had ik niet kunnen weten. Ik vraag me nog steeds af waarom de ambtenaren eerst mijn paspoort op een papiertje overschrijven, dit vervolgens in een groot boek overnemen en daarna nog een keer in de computer intikken. Een beetje omslachtig maar het houdt wel veel mensen aan het werk. Met de fiets kijken ze verder nergens naar, ik had mijn stempeltje en de ketting ging omlaag, ik kon erdoor en fietste Mauritanie binnen.

Al met al heeft de grens toch wel vrij lang geduurd en ik moest nog 50 kilometer. Na een uurtje werd het aardig donker en er kwamen ook nog een stuk of vier politiecontroles. Bij iedere post is het paspoort overschrijven, waar ga je heen, waar kom je vandaan en wat is je beroep. Dat soort zaken. Ik heb nu alle gegevens op een briefje gezet, dat noemen ze een fiche en die kan ik dan afgeven. Ik heb twintig kopieen en hoop dat het genoeg is. In het donker door Nouadhibou en dan lijkt het nog heel wat met al die lampjes langs de weg. Maar de volgende dag zie je hoe het echt is, zeer armoedig. Mauritanie is een van de armste landen ter wereld.

images/afr0365.jpg 

images/afr0362.jpg

In Nouadhibou verbleef ik bij Auberge Chez Abba. Het is een bekende plek voor allerlei vormen van 'overlanders' en ik kwam er een Engelse motorrijder tegen. Hij gaat op de motor door de woestijn naar Atar, ik met de trein. Fietsen door dat deel van het land is zeker met een fiets met bagage niet te doen. Het is een zandspoor met fijn en rul duinzand dus je zakt er tot je assen in met je fiets. De engelsman verwachtte in de loop van de dag hier aan te komen, maar hij is er nog steeds niet dus ik maak me wel een beetje zorgen. Hoop dat hij het redt. Vanuit de trein hebben we hem niet gezien, het spoor loopt parallel met de track dus wat dat betreft kan hij niet echt verdwalen. Verder kwam ik wat Nederlandse jongens tegen die met de Amsterdan-Dakar challenge meededen. Ze kopen dan een oude auto die maximaal 500 € mag kosten en rijden er metelkaar mee naar Banjul in Gambia waar de auto's geveild worden en het geld voor een goed doel besteed wordt. Een stel Deense deelnemers had 6,5 ton aan voetbal spullen in hun truck voor de Gambiaanse jeugd. Een prachtavontuur, een aantal jongens waren pas twintig en hadden er voor gespaard om hieraan mee te kunnen doen.

Zoals gezegd ging ik met de trein naar Atar en dat was een avontuur op zich. Het is in ieder geval de zwaarste trein ter wereld met een gewicht van 20.000 ton. Voortgetrokken door drie of vier locomotieven kronkelt de ruim twee kilometer lange trein door het zond. Een trein kan tot 200 wagons lang zijn en iedere wagon meet zeker een meter of twaalf, dus reken maar uit. Hij heeft een remweg van drie kilometer dus wanneer er zich een kameel op het spoor bevindt die zich niet uit de voeten maakt, dan heeft het beest behoorlijk pech gehad. Achteraan de trein hangt een passagiers wagen die vaak al van tevoren volgeboekt is. Hier betaal je ongeveer tien euro voor. Maar in de vanaf Nouadhibou lege vracht wagons mag je gratis mee. Het is wel een beetje stoffig omdat de trein ijzererts vanuit het noorden van Mauritanie naar de haven van Nouadhibou brengt. De Mauritaniers met wie ik reisde waren zeer behulpzaam om mijn fiets en bagage in de wagon te hijsen. Ze hadden dekens om op te zitten en zo werd het heel gezellig. 's Nachts moest de slaapzak erbij, het werd ijzig koud. Rechtopstaand, leunend op de zijkanten van de open wagon, hadden we een geweldig mooi uitzicht en de kleurenpracht bij het ondergaan van de zon is onvergetelijk.

                                   images/afr0380.jpgIn Choum moest ik er uit om vandaar via nog een stuk piste (onverhard woestijnspoor) naar Atar te kunnen. Je moet dan als een haas de trein af want hij stopt maar heel kort. Toen onze laatste tassen naar beneden kwamen reed de trein al weer. Het was midden in de nacht, om een uur of twee en ik was behoorlijk duf van het niet slapen en het heen en weer schudden van de trein. Ik had al besloten niet de piste te gaan fietsen, het was ruim 100 kilometer. Na enig onderhandelen gingen bagage en fiets acherop een pickup samen met een aantal mannen. Ik mocht met nog wat mensen in de cabine en nog wel voorin. Blijkbaar had ik toch nog teveel betaald. De rit bij bijna volle maan door de woestijn was schitterend maar ik realiseerde me wel dat het met de fiets een barre tocht was geworden. Er lopen heel veel sporen en uiteindelijk zullen de meeste wel op het zelfde punt uitkomen, maar dat weet je pas wanneer je daar bent. En het rulle zand was zelfs voor de 4 WD pickup soms nog een behoorlijke opgave. Enkele uren laten waren we in Atar, in het Adrar gebied waar ik nog een paar dagen hoop te blijven.

Ik zit bij de Auberge Bab Sahara ofwel de poort naar de Sahara. Een schitterende camping van een Nederlands/Duits stel die hier al zestien jaar zitten en vanaf niks zijn begonnen. Mijn plan is om morgen naar Chinguetti te fietsen, nog een stukje verder de woestijn in want hier begint de woestijn pas echt, veel meer dan in de betrekkelijke luxe van Marokko. Chinguetti is een van de heilige steden en nam vroeger een belangrijke plaats in als doorgangs station voor de kamelen karavanen. Mijn meeste bagage laat ik hier en de komende dagen geen internet en beperkt telefoon.


« Terug