Over de Atlas

03-11-2013

Gestaag stijgend. Zo zou je de aanloop naar de Atlas het beste kunnen omschrijven. In Marrakesh zit je al op een 500 meter hoogte en vervolgens gaat het langzaam omhoog. Een paar keer per uur kijk je toch weer naar je achterband of die echt niet lek is. Het vals plat zie je niet maar het geeft je wel voortdurend het gevoel met een lekke of half lege band te fietsen. Veel harder dan 13 of 14 kilometer per uur ga je ook niet. En ondertussenDe eerste kamelen wordt het landschap steeds Afrikaanser: lemen hutten, bruine vlakten en hier en daar doemen de eerste kamelen op. Na enige uren zie je door de heiige lucht de Hoge Atlas voor je opdoemen. Een machtig gezicht maar het idee daar helemaal overheen te moeten, daar moet ik dan nog wel even aan wennen. De prachtige route over de Tizi-n-test moet de moeite waard zijn, maar het moet nog wel gebeuren.

 

Eindelijk is het dan zover. Ik sta aan de voet van de Atlas en vanaf nu gaat het echt omhoog. Klimmend, soms staand op de trappers, laagste versnelling en heel soms even afstappen en lopen, duwen beter gezegd. Maar de stijging valt mee, het gaat aardig geleidelijk en met lange bochten ga ik omhoog. Onderweg voldoende slaapgelegenheid maar het zijn meestal dure Chambres de Hote's, prachtige luxe tot hotel verbouwde huizen waar je in "echte" Marokkaanse ambiance kunt overnachten. Nou slaap ik meestal met mijn ogen dicht dus al die luxe daar zit ik niet op te wachten. In Ijoukak vond ik een kleine lokaal hotelletje waar ik voor een paar euro ook een bed had en een warme douche zelfs. En geslapen heb ik er prima.

 

images/afr_0270.jpgDe volgende dag vroeg op pad. Het begon lekker met een lekke band, de tweede keer dat ik 's ochtends op stap en de band 's nachts is leeg gelopen, terwijl ik de dag ervoor niks gemerkt heb. Omdat ik het zonde vind om gelijk al tijd te verdoen met band verwisselen, pomp ik hem eerst maar eens op. Dat gaat prima, hij blijft gewoon hard. Het is ondertussen echt klimmen geworden, lange haarspeldbochten, soms een klein stukje zakken maar overwegend omhoog. Passerende auto's, busjes met toeristen, een enkele vrachtauto, dat is mijn publiek en vaak krijg ik een aanmoediging: 'Bon courage'.

 

Eerlijk gezegd was de top er eerder dan ik verwacht had. Op een gegeven moment naderde ik de 2000 meter en wist ik dat het nooit heel erg meer kon zijn, mits ik eerst nog een stuk naar beneden zou moeten. Maar bij een restaurantje op de pas zaten een viertal Australiers te klappen en te juichen. Ze waren me voorbijgereden en hadden besloten daar even te wachten. Altijd leuk zo'n spontane aktie. Het wachten op eten duurde er erg lang zeiden ze en het was er knap fris dus ik besloot de berg af te racen en verder onderweg wel iets te gaan eten. De trui aan en dan is het met een rotvaart naar beneden.Hoge Atlas Helaas was deze weg op de zuidkant een stuk slechter, veel gaten en losse stenen dus dat was oppassen. Maar na een lekkere sandwich onderweg was ik al veel te snel weer beneden en op het vlakke land. Overigens nog wel iets aflopend, zoals het van Marrakesh naar de Atlas langzaam steeg, daalde het hier langzaam en dat maakt dat ik zo 25 a 30 km per uur wegtrapte.

 

De band had er blijkbaar genoeg van want na enige tijd merkte ik dat hij toch weer leeg was gelopen. Dus fiets op de kant, wiel er uit en een nieuwe binnenband er in. Ik vond weer een heel klein stukje metaal in de binnenband, misschien maar 1 1\2 mm lang maar het zat vastgeprikt aan de binnenkant van de buitenband. Met een tang heb ik het er uit gehaald. Een kilometer of 10 later was de band weer leeg. Nu bleek dat dit de band was die ik eerder in Spanje lek had gehad, maar dat er nog twee piepkleine gaatjes waren. Ja zo blijf je lekker bezig.

 

Taroudannte noemen ze ook wel het kleine Marrakesh. Een aardig, vriendelijk stadje waar verder niet zoveel te beleven is, behalve de enorme souk dan. Honderden handelaren die met een enorme berg spullen opgestapeld in hun krappe winkeltjes zitten. En je ziet bijna nooit iets verkocht worden. Heel vreemd, ik heb geen idee hoe dat werkt hier en waar deze mensen hun inkomen uit halen. Ze hebben enorme voorraden en vaak zijn er ook nog tien andere winkeltjes die precies hetzelfde trachten te verkopen. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor sapverkopers. In Marrakesh staan er wel 30 samen op hetzelfde plein, allemaal dezelfde jus te verkopen, allemaal dezelfde prijs en allemaal lekker. Maar waarom ze hier nou met zovelen staan en zich niet een beetje verspreiden over de stad, dat begrijp ik niet.

 

Na een uitgebreid ontbijt en met een grote zak gedroogd fruit en noten, verliet ik Tetouan. Oorspronkelijk wilde ik via Agadir, maar ik vond een veel mooiere route waarbij ik Agadir kon overslaan. Ik ben rechtstreeks, binnendoor naar Tiznit gereden. Leuk, door allemaal dorpjes met gelukkig allemaal winkeltjes waar je de lekkerste yoghurtjes kunt kopen. Na een nachtje wild kamperen was ik al veel te vroeg in Tiznit, waar ik wel een handige supermarkt vond en boodschappen heb gedaan voor de Sahara. Het is handig om wat voorraad te hebben, voor het geval er eens geen eten te krijgen is. Een grote zak Macaroni, een paar pakjes soep, poedermelk, blikjes vis. En wat ik niet gekocht heb is die vieze smakeloze kaas van 'La vache qui rit'. Met dat laatste word je hier doodgegooid maar ik vind het troep, het zou wat mij betreft heel goed in het assortiment van MacDonalds kunnen. De naam vind ik wel toepasselijk, die koeien moeten zich een breuk lachen als ze wisten dat mensen dat spul eten.

 

Het plan was om te overnachten in Mirleft, een plaatsje aan de kust. Maar de camping was meer bedoeld voor campers, je kon er geen haring in de grond krijgen. De vriendelijke Franse eigenaar verwees me naar het strand maar dat was erg klein en ik kon niet goed met het hele spul beneden komen. Dus ging het verder richting Sidi Ifni in de hoop daar iets te vinden. Helaas ook nu weer een lekke band: In banden moet ik me toch eens heel erg gaan verdiepen; lekke banden op de meest ongelegen momenten zijn erg irritant. Het was schemerdonker toen ik een paadje vond richting wat een strandje zou moeten zijn. Groot was mijn verbazing toen ik daar een twintigtal Italianen vond, met 4x4 terreinwagens, motoren en kleine campers. Ze maakten een tocht door de Sahara en gingen ook wild kamperen. Gelukkig was het strand groot genoeg en ik vond een mooi plekje en met het ruisen der zee op de achtergrond en daar heb ik bijna twaalf uren geslapen. Dat was blijkbaar nodig.

 

Na een rustige ochtend op het strand waar stedelingen graag een hengeltje uitwerpen ben ik doorgefietst naar Sidi Ifni langs de prachtige kustroute. Wel weer pittig fietsen omdat bij iedere (droge) rivier de weg een stuk naar beneden gaat en je aan de andere kant dus weer omhoog moet. Sidi Ifni is een Spaans aandoend stadje, tot 1969 was het nog een Spaanse enclave. Het ligt prachtig aan zee en op de campings staan diverse campers met overwinteraars. Ook hier zijn de campings niet ingericht op trekkerstentjes en ik zit lekker in een hotelletje. Dat was achteraf maar prettig ook want vannacht blies er een behoorlijke Sahara wind door de verlaten straten. Mijn ramen klapperden en lege flessen en afval vlogen door de straat. Ook vandaag waait er nog een stevige zuidenwind en ik heb lekker een rustdag genomen. De fiets is vanochtend goed gesmeerd, de band weer geplakt alles is klaar voor de tocht der tochten.

Sidi Ifni


« Terug