Het water over

08-10-2013

Heel bijzonder dat het oversteken van een stukje water je in zo'n andere wereld terecht doet komen. Het laatste stukje door Spanje reed ik door verstilde dorpjes, bijna Middeleeuws aandoend. Kleine smalle kronkelende straatjes, alle huizen hermetisch afgesloten, bijna geen winkels meer en hier en daar een noodlijdend dorpscafeetje. Behalve in een dorpje onderweg waar het oogstfeest werd gevierd en de mensen vrolijk dansten op het plein. Ze zijn er dus nog wel of ze komen er speciaal voor uit de stad om het jaarfeest met de overgebleven familieleden te kunnen vieren.


Ik overnachtte er in een bergdorpje naast een overblijfsel van een boeren huisje. Mooi vlak, prachtig uitzicht. Het is hier 's nachts aardedonker en ik zat nog wat te lezen bij het lampje van mijn e-reader. Vlakbij hoorde ik een wat snurkerig geluid. Even dacht ik nog dat het een van de paarden was die ik hier had zien lopen maar even later had ik door dat het een wild zwijn was. Gelukkig schrok hij van mij net zo hard als ik van hem en toen ik opstond rende hij er luid knorrend vandoor. Ik had die middag nog een portie wild zwijn gegeten in een cafeetje onderweg en voelde me een beetje schuldig maar gelukkig kwam hij niet met zijn vrienden terug.


Het laatste stukje naar Almeria eindigde uiteraard bij de zee en hier aangekomen ben ik er gelijk maar ingedoken. Vijf dagen zweet en stof van mijn lijf spoelen, een fijn gevoel. Iets verderop kwam ik Martin tegen, een Duitser die in Almeria woont en werkt. Iets met zonne energie, en dat is hier voldoende. Het is een van de meest zonnige gebieden van Europa. Hij nodigde me spontaan uit bij hem en zijn vriendin te overnachten. Ze wonen samen in een appartementje aan het strand met uitzicht op de baai van Almeria. Een plek waar ze elke dag nog van genieten. 's Avonds konden we op een terrasje nog van het heerlijke Spaanse avondleven genieten. 'Un copa de verano', een glas vol zomer heette het grote bolle glas met rode wijn gemengd met limonade. En bij ieder glas een tapa cadeau.


De ferry van Almeria naar NadorDe grote veerboot vertrok dinsdagochtend om 09.00 uur. Ik was de enige fietser tussen een grote hoeveelheid zeer volbepakte auto's. Ik had medelijden met de enkeling die er steeksproefgewijs werd uitgepikt en zijn hele handel ter plekke moest uitladen. De  boot doet er een uurtje of zes over en dus was ik om 1 uur al in Nador, de klok gaat namelijk twee uren achteruit. En dan sta je gelijk in Afrika, hoewel Marokko natuurlijk toch een soort overgangsgebied is. De drukte op straat, de vriendelijke spontane reacties van de mensen hier, het rommelige verkeer maken het allemaal net even anders.


Op weg van de haven naar het centrum van Nador kwam ik Said tegen. Hij is Marokkaan, spreekt vloeiend Frans (en ik maar een 'petit peu') en fietst al jaren rond in Marokko. Hij weet me van alles te vertellen en toont me foto's van zijn avonturen. Wij moeten ook op de foto en ik hoop dat die binnenkort te zien is op facebook. Anders dan in Europa wordt je hier vaak zomaar aangesproken op straat. 's Avonds, terwijl ik na het eten van mijn eerste Marokkaanse kip nog een ijsje zat te eten, werd ik aangesproken door een goed Engels sprekende journalist. Hij sprak zelf een beetje Nederlands, kende Groningen en had enige tijd verbleven in Jorwerd. Hij had het boek 'Hoe God verdween uit Jorwerd' van Geert Mak gelezen en ook 'In Europa', wat ik net aan het lezen ben.


En dan zit de eerste dag in Afrika er op. En tot nu toe is de ervaring fantastisch leuk. Ik ben benieuwd wat er allemaal nog komen gaat.



« Terug